Klantenservice
0
Sluiten

Categorieën

Filters

      Vox Humana Nightfly Basses

      Tekst : Remus Aussen De lokroep van de Alibababas Een aantal nieuwe boutique-bassen – neem de Fodera’s van Viktor Wooten of Richard Bona, de F-bassen van Alain Caron, de Ken Smith-bassen van Chuck Rainey – kosten zo tussen de $5.000,- en $13.000,-. Het nieuwste signature-model van Anthony jackson zit op $35.000,-. Kunnen we natuurlijk eno Toon meer

      Merken

      Prijs

      -
      3 Producten
      € 899,-
      € 699,-
      Nightfly RB1 5-String Bass
      Op voorraad
      €699,-
      € 899,-
      € 699,-
      Nightfly YY Bass

      Nightfly YY Bass

      De lokroep van de Alibababas....
      Op voorraad
      €699,-

      Tekst : Remus Aussen

      De lokroep van de Alibababas

      Een aantal nieuwe boutique-bassen – neem de Fodera’s van Viktor Wooten of Richard Bona, de F-bassen van Alain Caron, de Ken Smith-bassen van Chuck Rainey – kosten zo tussen de $5.000,- en $13.000,-. Het nieuwste signature-model van Anthony jackson zit op $35.000,-. Kunnen we natuurlijk enorm voor sparen, maar wat als er ‘tributes’ op de bekende Chinese websites staan? Voor prijzen tussen de $300,- en 600,-, inclusief (door de Chinese staat betaalde) gratis verzending?  Schrijver dezes nam de sprong, en bestelde er een paar. En sprak af met de Vlaardingse gitaarbouwers van Vox Humana om te bezien of er markt voor was, eventueel na een afstelbeurtje. We stellen onszelf een aantal vragen. Wat krijg je nou eigenlijk voor het geld? Deugt het eigenlijk wel om in ontwerp een goedkope verwijzing naar topinstrumenten te maken? En, niet onbelangrijk: wat krijg je als je er één in China bestelt? Plus – wat kun je ermee…?

      De nep-Rolex: ‘fronten’ voor een paar tientjes 

      Als puber kreeg ik een Rolex van mijn broer. Uit Spanje, kostte een paar tientjes aan de horloge-marktkraam. Oyster Perpetual, Datejust, alles stond erop. Inclusief de diamantjes. Keek je iets beter, dan zag je dat het metaalwerk niet helemaal strak was, en zeker geen goud. Hij had bovendien een quartz-uurwerk, maar – niemand had een Rolex, en zelfs geen nepper! Datum, tijd, hij liep perfect. En nog steeds, want ik heb er kortgeleden een nieuw batterijtje ingedaan. Zodat ik nu in de kast over een vintage-fake Rolex beschik, wat misschien toch weer verzamelwaarde heeft(?). Want, de hedendaagse kopie-industrie in Guangdong maakt tegenwoordig alleen nog maar VEEL betere kopieën (dus mijn crappy faker is uniek…), en, voor de horlogefanatiekelingen onder ons: er zijn al Chinese eigenmerk-horloges met complicaties (technische hoogstandjes) als de ‘Flying Tourbillon’ onder de $ 1.000,- waar exemplaren van bekende Europese merken al snel in de tonnen lopen. Hoe kan dat? Kopiëren scheelt natuurlijk eigen kostbaar research, ontwikkeling en marketing. Lonen en arbeidsomstandigheden liggen ondanks enige vooruitgang in de media nog altijd ‘iets’ anders dan in Nederland.

      Kopieën uit het Verre Oosten. Al in de jaren ’60 kwamen merken als Teisco met elektrische instrumenten die ehhh… wel iets weg hadden van Amerikaanse gitaren. In de jaren ’70 had Fender er genoeg van, en daardoor spreken we nu van de ‘Lawsuit’ Ibanez Silver Series. Waarvan de Jazz Bassen zeker niet onder deden voor de matige Fenders uit die tijd (OK, ik heb vast op de verkeerde gespeeld…). Japan heeft inmiddels zelf sterke merken die ook weer gekopieerd worden. En de industrie is naar elders (Korea, China, Indonesië) verplaatst. Ofwel: hoe eerlijk is eerlijk, en hoe zou het eigenlijk moeten? Feit is: een boutique-bas van $10.000,- is voor velen niet haalbaar. Nooit. Leuk dus als men toch iets kan kopen dat er op lijkt. Maar dan zou ik het als oorspronkelijke ontwerper wel leuk vinden als ik iets voor mijn idee betaald kreeg… Loop ik als ‘recording artist’ ook wel eens tegenaan… Anderzijds: in iedere winkel staan instrumenten die voor hun € 120,- wel enorm veel op Jazz Bassen lijken. Wat ook door de type-aanduiding (‘JB’, ‘PB’) niet echt ontkend wordt. De truc: de kop, of de verhoudingen zijn ‘net’ iets anders. Dus geen lawsuit. En ook geen geld voor de ontwerper.

      Alibaba: wat krijg je…?      

      Een zoektocht op AliExpress levert honderden resultaten op. 4, 5, 6, 7, 10-snarige bassen, dubbelhalzen, alles is er. Wat opvalt is dat ook de logo’s – zelfs die op de pickups - moeiteloos gekopieerd worden, en dat is natuurlijk niet OK. Verder zien de bassen er vaak toch net iets anders uit als het gaat om de vormverhoudingen, de details (achterplaat, positie van het batterijvak). Ofwel, we zorgen voor een eigen logo. ‘Ze’, dat is een groepje van 5 bassen die er op de website best goed uitzien, en die door zouden kunnen gaan voor de instrumenten van mannen als Richard Bona (al heeft die binnenkort naar verluidt een gifgroene MarkBass-basgitaar) en Victor Wooten. We weten weerstand te bieden aan de op de Rickenbacker van Lemmy Kilmister gebaseerde speculaasplankbas, maar er bestaat twijfel of dat zo blijft…

      Na enig heen-en-weer-mailen en de belofte dat we 1% korting krijgen als we er honderd kopen, bestellen we bij een paar Ali-‘winkels’ vijf bassen. Per bas mag een maand later wel zo’n € 35,- tot € 50,- aan importkosten worden afgetikt, maar we zijn nog steeds goedkoop uit. Niet als het gaat om de milieueffecten van de verpakking, want de bassen komen binnen in rondom afgeplakt polystyreen ofwel piepschuim… en ze zijn, ondanks de reistijd, per vliegtuig vervoerd. Hm… Maar, eerlijk is eerlijk, ze zien er zo uit de verpakking erg goed uit…

      WTF?

      Maar dan. Na het opspannen van de (redelijke) snaren schrik je je helemaal rot. Het hout van de halzen is best in orde, maar het fretwerk behoort het ergste dat ooit uit een doos is gekomen. De halzen – die nog grotesk hol of bol staan –  zijn onspeelbaar zonder een flinke slinger met de (gelukkig bijgeleverde) inbussleutel. Maar het fretwerk is zó ongelijk, dat iedere hals op een paar posities aanloopt of meteen de volgende fret raakt (‘hé, dit is toch een halve noot, geen hele…?’). De mechanieken en de brug doen hun werk, de topkammen mogen er meteen af. Van één bas met een geschroefde hals komt meteen de hele hals naar voren, omdat de schroeven waarmee de hals bevestigd was, simpelweg te kort waren! Achterop de bassen is in een aantal gevallen, heel creatief maar best lelijk, een batterijvakje in de al even armoedige plastic achterplaat gemonteerd. Bij één bas is de doorlopende hals niet 100% in lijn met de brug geplaatst. Uitdaging!

      Maar je klomp breekt pas echt wanneer je de bassen inplugt. Niets, of na wat schakelen een brom, soms een soort basgeluid. De vele schakelaars leveren totale verwarring op. Wat doen ze nou eigenlijk? Waarom én een balansknop (die geen balans oplevert), en OOK een pickupschakelaar die niet schakelt tussen de pickups? Waarom een ‘killswitch’ die gewoon alles met een grote knal uitzet? Waarom regelen de hoog-, laag-  en midden pots niet gewoon toon? Er is maar één conclusie mogelijk: de actieve elektronica wordt gesoldeerd door een gewezen casinomedewerker: links 20 draden, rechts 20 draden, één warme soldeerbout en na het ‘rien ne va plus’ gaat de bas zó door naar de eindcontrole. Alwaar de bas OK wordt bevonden als er geluid is. Een lichte paniek slaat toe: hebben we een kudde katten-in-de-koffer gekocht…? 

      Halfproducten!  

      De wenkbrauwen van de gitaarbouwers van Vox Humana werden opgetrokken tot onder de haargrens. “Wat heb jij nou?” Na enige uitleg was de conclusie eenvoudig: de bassen zien er aardig uit, maar in feite koop je een halfproduct. Ze zijn gewoon nog niet af. Geen onbekend terrein voor de heren, want naast hun eigen boutique-instrumenten heeft Vox Humana ook de goedkopere ‘Growler’-bassenserie, die in feite afgebouwd worden op basis van buitenlands fabricaat. “Maar hier hebben we wel even wat werk te doen!”

      En inderdaad. Iedere bas vergde een behoorlijke make-over. Rond de elektronica werd een metalen afscherming aangebracht, en alle soldeerwerk moest, na flink wat zoeken, opnieuw gedaan worden. Diverse pickups werden opnieuw – en nu recht - bevestigd. In een aantal gevallen is voor schakelaars een andere functie bedacht – want niet iedereen wil net zo’n psycho-akoestische  ‘producer switch’ als Lee Sklar… Het fretwerk is ingrijpend gevlakt, halsinzetten zijn verbeterd, diverse frets zijn vervangen of opnieuw bevestigd als ze los bleken te zitten. Enkele halzen bleken niet (helemaal) gelakt te zijn, dus ook dat is hersteld. Alle zacht-plastic topkammen zijn vervangen door ‘echte’. Een afstelbeurt, en de heren zijn klaar voor boven water.

      De ‘her-test’   

      Met enige terughoudendheid pak ik de ‘afgebouwde’ bassen één voor ;één op. Het zijn echt ander instrumenten na zo’n ingrijpende beurt…  De halzen voelen lekker, ook al ziet een timmerman nog steeds dat er destijds door de CNC-machine geen precisiewerk geleverd is: de diktes over de hals variëren minimaal, al heb ik daar geen last van. Het fretwerk is nu prima, en de ‘droge’ klank mag er best zijn.

      Ronduit nerveus pluggen we in. De verwachtingen zijn niet echt hooggespannen. Maar natuurlijk werkt alles nu, en zowel de pickups als de toonregeling vallen bepaald niet tegen! Het zijn vanzelfsprekend eenvoudige keramische pickups, en ook de toonregeling is eenvoudig en levert geen enorme headroom. En toch… Ik ken de oorspronkelijke instrumenten, en ik zou me absoluut niet vergissen. Maar, net zoals een goedgebouwde kopie van een Jazz Bass zo maar kan lijken op het voorbeeld, zo doen deze bassen dat ook. Minus de ‘edge’ van betere pickups, en ook de houtsoorten ‘voelen’ anders. Maar China beschikt over aardig palissander, leuk essen en esdoorn en allerlei prachtige topjes, dus we hebben nu ineens te maken met bijzonder aardige instrumenten… In gesprek na een buitenoptreden vroeg ik aan de (ervaren en vaak zeer kritische) technicus wat hij van mijn peperdure aanschaf vond. “Mooi instrument hoor, kwam lekker door de mix!”, klonk het welgemeend. Tsja…

      De gewetensvraag  

      Maar dat instrument hebben we nu niet meer voor dezelfde prijs.  Want dit ‘afbouwen’ kan ook een ervaren thuisafsteller als ik niet even zelf. De huidige instrumenten – en daar moet je dus ook aan denken wanneer je zelf zo’n instrument koopt -  kosten nu in totaal zo rond de  € 900,- inclusief BTW. En dan is er de gewetensvraag: doe je het daarvoor? Die vraag vonden we interessant. Dus staan de instrumenten nu voor zo’n bedrag, bij wijze van experiment, in de winkel. Met een speciaal bedachte naam: de ‘Nightfly’ serie, en met een nieuw merk op de koppen. En geen ‘EMG’ meer op de pickups. Want we houden het wel netjes…

      En ikzelf? Ik denk dat ik stiekem teken voor één zwart-witte viersnaar, en een potvismodel met een esdoorn toets. En we proberen beslist even uit wat het voor het geluid doet als we de pickups en de preamp vervangen door de EMG’s die ook in de originelen zitten. Ook al weten we van Richard Bona dat hij zijn toonregeling omzeilt…

      Zijn dit aanraders? Af PostNL: drama. Maar wel een veelbelovend halfproduct, met goed houtwerk en functionerende hardware. Af gitaarbouwer: goede middenklassers, die op dezelfde manier in looks, bespeelbaarheid en klank ‘lijken’ op hun voorbeelden als goede instapmodellen gebaseerd op de bekende merken dat doen. En nog steeds voor een prijs waar je geen buil aan valt. Concurrentie? Na laten bouwen is veel duurder. En, zo raar als dat klinkt, er zijn talloze ‘homages’ aan de grote instrumenten, maar die zijn er niet van de boutique-bassen. Kortom: gewoon een keer checken! Of even een gokje op de Ali-App… En die speculaasplank is toch alleen voor aan de muur. Of…  

      Wij slaan cookies op om onze website te verbeteren. Is dat akkoord? JaNeeMeer over cookies »